China (Beijing) part 1

Dag 17 – De trein weer in

Nou, niks kek kleurtje, hoor. Ik heb natuurlijk weer een pakje verf gekocht waar je een kwast en bakje voor nodig hebt. Die had ik net niet ingepakt. Ik laat hem maar achter in het guesthouse misschien hebben zij er iets aan. Het kostte me ongeveer € 2,60 (in Nederland kost zo’n grapje een euro of 13), dus geen man overboord. Ik kijk wel even in Beijing, want ik begin er zo zachtjes aan een beetje verlopen uit te zien; Al mijn kleding ruikt naar de rook uit de Ger, ik heb kringen onder mijn ogen van de weinige slaap die ik krijg. Mijn haar is vet van de weinige verzorging dat ik het geef en dan OOK nog geen kek kleurtje.

Gisteravond heb ik nog even via workaway.info een e-mail gestuurd naar een kunst- en muziekschool in Beijing, die mensen zoeken. Ze hebben me direct terug gemaild dat ik vanaf de 20e hartelijk welkom ben. Dus zoals het ernaar uitzien, blijf ik iets langer in Beijing dan gepland, maar die vrijheid was dus ook de bedoeling. Superjippie! Dat is alvast een avontuur op zich. Ik zal geen lesgeven o.i.d., maar zal rondhangen en spelletjes spelen met de kinderen tussen de lesuren door en wat marketing doen in de buurt van de school. Hoe leuk! We hebben afgesproken dat ik nog even contact zoek als ik in Beijing ben.

Voor nu was het weer een vroege ochtend. Ontbijten om 06:15 en om 06:45 wandelen richting station. De twee Nederlandse meiden die ik leerde kennen in Terelj zitten in het zelfde guesthouse en kom ze dan ook in de ochtend tegen. We wandelen samen naar het station en denken dat we in dezelfde cabine liggen, maar nee, ik zit er eentje naast. Achter mij loopt een vrolijke jongen aan; Nicolas uit Frankrijk, uit de buurt van Parijs. Hij werkt op Charles de Gaux als techneut voor de bagagebanden. Hij zorgt ervoor dat jou harde rolkoffertje op de juiste bestemming komt. We zijn maar met zijn tweetjes, dus het lijkt erop dat we de kamer helemaal voor onszelf hebben.

We gaan als het goed is vanmiddag door de Gobi woestijn (dat moet erg mooi zijn) en dan vanavond de grens over bij Beijing. Dit zal betekenen; uren wachten. Zowel bij de grensovergang als bij het wisselen van de wielstellen, want superhandig: China heeft een ander breedte spoor. Top gedaan, China. Ben wel benieuwd hoe dat in zijn werk gaat, maar het garandeert wederom een korte nacht. Nu geeft dat op zich niet zo, ik heb 5 nachten in het hostel geboekt, om heel even een pas op de plaats te maken.

We rijden met de trein voor een gedeelte door de Gobi woestijn, dat het tegenovergestelde is van de besneeuwde bergen in de buurt van Ulaanbaatar. Het is plat en dor, maar ik zie een hoop dieren. Naast ‘the usuele suspects’ koeien, paarden en schapen, zie ik hier ontzettend veel kamelen en gazelles. Best leuk, maar allemaal lekker net te ver weg om een goede foto van te maken. Of toch niet? Lekker onscherp, maar toch best cool; een kudde kamelen.

En dan zie ik het; een ding wat in 1 klap een glimlach op mijn gezicht tovert. Iets waardoor ik zo blij word als een kind, al snap ik zelf ook wel dat het nergens op slaat hahaha. Ik zie, voor mijn ogen, in realtime, LIVE, tumbleweed in actie. Anticlimax voor jou waarschijnlijk, maar een serieus hoogtepunt voor mij. Ik zie nog meer tumbleweed, maar deze arme stakkers zijn vast komen te zitten in het prikkeldraad van de omheining van het spoor. They will tumble no more. Minuutje stilte.

Op het perron is het een kleine reünie van mensen die ik al eerder heb gezien. Het Australische stel is er weer (die stiekem mijn blog -vertaald- hebben gelezen en zich verontschuldigd hebben voor het feit dat Andrew geen surferdude was HAHAHA). Prachtige mensen. En terwijl ik Sharon knuffel, zie ik ook de Zwitserse meiden van een paar dagen geleden weer. Nicolas is er ook bij en we spreken af later een biertje te gaan drinken in de restauratiewagon.

(Andrew, if you are reading this: Je bent een lekkerding. Hahaha i have no idea if that translates to English, though)

Omdat yours truly natuurlijk geen bier lust, dronk ik een rood wijntje (zoet – gadver) en daarna kreeg ik wel een witte (onderscheid tussen de twee begreep de beste man niet echt) Savignon Blanc maar deze stond al ruim een week open en een glas azijn was waarschijnlijk even smaakvol geweest. Laat maar weer, geen wijn voor Syl. We hebben wel even gezellig zitten kletsen, maar omdat de grens in het zicht was, gingen we allemaal terug naar ons plekje om dat af te wachten.


(Hier was ik nog blij met mijn glaasje witte wijn)

Terug in onze cabine, zag ik ineens dat we wellicht een heel spectaculaire zonsondergang hadden gemist, maar de horizon kleurde nog alle kleuren geel en rood. Waanzinnig! Ik heb er een foto van proberen te maken, maar de kleuren komen uiteraard nooit zo over als in het echt. Maar A for Effort, dacht ik.

 

We kwamen bij de grensovergang maar zo bijzonder was het allemaal niet en iedereen mocht gewoon Mongolië uit en China in. Rond 22:00 uur kwamen we aan in Erlian, het grensdorp in China. Omdat het spoor van de Chinezen smaller is dan die van de rest van de wereld (handig), moest het onderstel van de trein vervangen worden door andere wielen. De wagons werden om de beurt omhoog gekrikt en voornamelijk met de hand werden de nieuwe wielen eronder gemaakt. Duurde in totaal 3 uur, dus best een poos met veel herrie en beweging, dus eer dat iedereen sliep, was het haast 2 uur. Weer een korte nacht, maar we zijn bijna in Beijing!


Dag 18 – Beijing

Vannacht weer enorm koud gehad in de trein, maar ik sprak de meiden uit Nederland en zij gaven aan dat het toch echt aan mij moest liggen. Dus, nou ja. Daar kan ik wel mee leven. Omdat het treinpersoneel hier ook rookt, mogen we in het tussenstuk van de trein roken. Op zich niet zoveel gedaan, want heel die trein gaat ernaar meuren, maar vanochtend wel. Ik stond hier even te chillen toen een van de mannen erbij kwam en in het stookhok zijn ontbijt ging maken; Benedict eieren (kennelijk) met noodles, haha nom.

Zodra ik in Beijing aankom, is het een grote chaos. Ik kan de Fransman waarmee ik In de cabine verbleef, net gedag wuiven in de menigte, maar dan is hij ook opgeslokt. Okay, waarheen? Ik loop het station uit, een plein op met HEEL VEEL mensen. Ik heb geen idee waar ik naartoe moet, want ik lees me niet in he, lieve mensen. Dat soort zinnige dingen; het uitstippelen van de route, de aankomsttijden van de treinen; ik doe er allemaal niet aan. En daar ben ik blij om ook. Betekent wel dat ik met mijn mond wijd open om me heen sta te kijken alsof ik een chromosoom mis. Eigen schuld. Geeft niet, ik vind het leuk. Dus ik zie IETS met een 2, want ik weet wel dat ik Metrolijn 2 moet nemen…een kant op. Dus ik loop erheen. Nee. Uitgang alleen. Een heel vriendelijke politieman laat me zien waar ik heen moet. Wat een schatje. Moet je toevallig ook daarheen?? Nee, helaas. Dus ik op weg.

Ellenlange rijen voor de ticketverkoop, maar dat geeft niet want ja, hoef toch niet te werken ofzo. HAHA Sorry lieve Tamara, Henny & de rest van Dura Vermeer die zo trouw meeleest. Ik maak mijn ambities in ieder geval waar 😉 . Okay dus, ik in die rij. Ik dacht; ik koop een kaart die ik kan opwaarderen, want dan kan ik een beetje heen en weer reizen door de stad. Ik sta daar ” One card”. De jongen kijkt me aan, staat op en loopt weg….. Okay. Gelukkig werd hij binnen een fractie van een seconde vervangen door een corpulentere versie. “Hello?” “Yes, Ni hao, can i have 1 IC card, please?”. Hij kijkt me streng aan. “Yes. 50 Yuan”. Okay, geen probleem. Ik had met Bert nog een beetje gewisseld, zodat ik in ieder geval niet met die waardeloze Tugriks uit Mongolië achter zou blijven, en ik had iets van 120 Yuan. Ik geef hem het briefje van 100. Hij loopt weg, komt terug, zegt tegen me “You have other one?” … Nee, ik heb geen andere, waarom zou ik een andere moeten hebben? Eentje is zat, dacht ik. Hij loopt weer weg, gilt iets in klanken dat ik niet versta. Komt terug, gaat weer zitten. Zegt “You have…..” staat weer op, gilt weer iets. Je begrijpt dat ik er op dit moment helemaal niets meer van begreep. What the fuck is er aan de hand. Geef me gewoon zo’n kaart, vriend. Ik wil gewoon naar mijn hostel.

Puntje bij paaltje: briefje van 100 nep.

Godsamme.

Okay, nou, doe dan maar 1 ticket. “Waar moet je heen?” Op die vraag was ik ook al niet voorbereid, dus ik moest even graven in mijn tas. In mijn beste Chinees (haha) zeg ik waar ik naartoe moet. Hij verstaat me wel direct en geeft aan dat het 3 yuan is. Okay. Top. Ik kan op weg. Ik loop achter de meute aan naar beneden. Ik had van het hostel een pdf gehad waarop stond omschreven waar ik heen moest.

Lijn 2, ik pakte degene aan de linkerzijde. Met 50% kans en het feit dat je alle stations weet tot aan je bestemming, moet het wel goed komen, denk je. Nou nee. Deze dame niet. Ik stap precies weer in de verkeerde. Moest er zelf ook even om lachen. Samen met 3 chinezen die om mij heen stonden en precies wisten wat er mis ging. ” HAHA – che che – motherfuckers”.

Uiteindelijk heb ik het hostel heel snel kunnen vinden en was veel meer in het centrum dan ik had verwacht. Het zit direct aan een druk straatje (zeg maar steeg – geen fietsers en auto’s) en de Verboden Stad is hier 3 km vandaan. Dus aan te lopen.

Ik app en bel Manuel & mijn lieve vadertje om te zeggen dat ik goed ben aangekomen. Met die laatste was nog een leuk avontuur omdat we deden “facetimen” via Whatsapp. Ik stond op straat en er kwamen wat mensen voorbij die ook in beeld wilden. Vind ik leuk en pa ook. Toen naar bed…

Oh ja, ondertussen dat ik met Manuel aan het bellen was, kwamen mijn kamergenoten binnen. 2 Amerikanen en 1 Engelsman slapen bij mij. David, Ken & Josh. Gezellige gasten. Leuke verhalen, maar veel te lang voor deze blog.


Dag 19 – Beijing

Vanochtend heb ik even de tijd genomen omdat dit de eerste dag is dat ik kan doen en laten wat ik zelf wil. HEERLIJK. Ik had gisteren wat nieuwe haarverf gekocht, zodat ik mijn haar kan verven. Uiteindelijk ga ik pas rond 12:30 de deur uit, maar wel weer met kekke mooie rooie haartjes.

Ik zet koers naar “Cloud Kitchen” een vegan restaurant dat op Happy Cow (vegan app – geen zin om uit te leggen) hoog staat aangeschreven. Okay, het is een half uur lopen, maar zoals ik eerder al zei; wandelen vind ik niet zo erg en een half uur vind ik eigenlijk nog wel meevallen. Dus ik ga erheen. Googlemaps aan, zodat ik een beetje weet waar ik heen ga. Ik kom langs een park met water, maar ik moet entree betalen. Dat vind ik raar, want Google zou zoiets niet doen toch? Ik dacht dat het wellicht iets nieuws was, betaalde keurig 10 yuan en ging het Ben Hai Park in. Prachtig hoor, echt geweldig, maar ik moest bij binnenkomst mijn aansteker inleveren (want NO SMOKING) en was er na 5 minuten achter dat dit niet de route was die Google me voorschreef. Ik kon 2 dingen doen; of doorgaan, enorm geforceerd genieten van het uitzicht en dan daarna naar het restaurant, of teruggaan en buitenom lopen en mijn 10 Yuan (€ 1,29) verspillen. Ik moet je hierbij vertellen dat de meeste (in ieder geval vegan) restaurants om 14:00 uur dichtgaan, tot 17:00/18:00 uur, dus ik zat ook nog met een deadline qua tijd.

MAAR! De driekwart Nederlander in mij zegeviert dan toch (we hebben het over € 1,29) en ik denk: ik heb betaald, dus nu zal ik het zien ook. Maar omdat ik ook nog eens de tijd in de gaten moest houden, ging ik er als een soort snelwandelende flamingo doorheen; door blijven lopen, maar steeds links en rechts kijken. OH MOOI.

En toen was ik aan de andere kant. Ik moest weer een heel stuk terug, want ja, ik had een toeristische route genomen. Nog 2 straten en dan was ik er. Het was ondertussen voorbij 13:00 uur, dus ik was allang blij dat ik op tijd was, maar zou snel moeten bestellen. Okay, de eerste rechts….. ik ging de straat in, blij en hongerig. Ik zie het restaurant rechts van me.

Goddamnit! Sorry… hahaha maar dit is wel weer echt zon Sylvia actie. In China zetten ze ook de maand voor de dag, dus er staat dat ze op vakantie zijn (denk ik) vanaf de 14e (VAN-FUCKING-DAAG) tot en met de 26e. Dus ik druip af, maar heb wel echt heel erg veel honger. En even zomaar een tentje in duiken gaat hier dus niet. Naast het feit dat ik mijn tekst “Ik ben vegetarisch” (haha, ik weet dat het fout is, maar dat staat er dus) vergeten ben, denken mensen hier vaak dat je dan te arm bent om vlees te betalen. Dat vinden ze zielig voor je, dus ze stoppen stiekem toch vlees in je gerecht.

In de hoop dat er rond het Tiananmenplein wat te eten is, zet ik koers daarheen. Nou, daar werd alles eigenlijk alleen maar erger. Ik schuifelde een rij in, waar aan het einde ervan, mijn paspoort werd gecontroleerd en mijn tas door een scanner moest. De beambten wilden nog een grap met me uithalen, door mijn tas met wat luide klanken uit de scanner te trekken. Ik trapte er voor een split second in, lachen gieren brullen. Dat was leuk.

Heel het plein is afgesloten, overal staat politie (zelfs SWAT) en rondom de wegen staan hekken. Het midden van het plein, waar het mausoleum van Mao is, was compleet dicht. Niemand liep er, op wat soldaten na. Wat een vreemd gezicht. In 2013 kon je hier nog volledig vrij rondlopen. In het hostel vroeg ik later waarom we niet naar Mao mochten. Ik dacht namelijk dat het wellicht wat te maken zou hebben met terreur en dat soort dingen. “No reason” haha okay. Gewoon, dus. Hadden ze zin in. Bleek overigens wel dat je er in de ochtend wel gewoon terecht kunt en ook gewoon het mausoleum in mag. Super random, als je het mij vraagt. Later bleek dat er een congres gaande was en dat daarom veel bedrijven (waaronder dus dat restaurant) gesloten waren omdat ze brandgevaarlijk zijn. Weet ik veel, slaat allemaal nergens op.

Maar goed, nog steeds niets gegeten en op dit moment (reeds uren later) dacht ik; laat maar, ik ga wel wat vroeger dineren. Dus ik liep naar mijn bestemming van de dag; shoppingmalls.

Ik heb mezelf ongelofelijk verwend met; een jas, trui, 3 shirts en 2 broeken. In totaal 150 euro! Ik had namelijk echt alleen maar super-efficiënte-handige-kleding-voor-de-globetrotter meegenomen. Waardoor ik een beetje uit de toon val als ik uit eten ga of een drankje ga drinken. Dus ik ben blij en werd nog veel blijer, want er zat hier een vegetarisch restaurant in de buurt; Fuhui Ciyuan.

Na (UITERAARD) eerst 2 keer verkeerd te zijn gelopen vond ik het restaurant in een donker klein steegje, maar het bedrijf zelf was geweldig! Groot en licht; een enorm restaurant met eigen (boeddhistische) museum en een kleine winkel. Ik plofte met mijn tassen neer (waarvan ik er onderweg ook nog 2 ben kwijtgeraakt in een winkel, maar ook weer teruggevonden – haha Sylvia actie) en werd ontzettend vriendelijk geholpen door een jongen die er werkte. Gratis Wi-Fi dus ik heb direct enthousiast naar Maika geappt hoe geweldig het daar wel niet was, met een filmpje van de menukaart.

Ik koos voor lotus thee en (neppe) Peking eend, want ja, dat is ook mijn lievelings bij Leaf in Rotterdam. Wie dat restaurant niet kent; ga er eten. Het zit bij Oostplein en het overgrote deel is vegan en wordt door een heel vriendelijke man uit Singapore gerund met mijn vrouw (Chinese). Van deze lieve mensen heb ik ook mijn tekst gekregen waar ik het eerder over had. “Only duck?” vroeg de vriendelijke jongen. “Yes, for now,…NO LEAVE THE MENU!” Hahaha. Er stond zo ontzettend veel in, dat ik echt niet kon kiezen. De eend was heerlijk, maar wel voor 2 personen, waardoor ik me afvroeg of er nog wel wat bij kon. Nou, proppen dan maar. Ik koos voor 5 stuks dumplings als tweede gang. Ook weer om je vingers bij op te eten en terwijl ik zat te #genieten, kwamen er twee boeddhistische monniken binnenwandelen. Al het personeel maakte een diepe buiging voor de opperbaas en de vriendelijke jongen keek mij verrukt aan. Kennelijk erg enthousiast door zijn komst. Heel mooi.

Ik rekende een kleine 20 euro af en de vriendelijke jongen vroeg me of ik een kijkje wilde nemen in het museum, maar ik was aardig uitgeput van mijn tocht door de stad dus heb vriendelijk afgeslagen. “Next time”, want ik kom hier echt nog wel terug. Ik bedoel, er zijn nog zo’n 82 andere gerechten op de kaart die ik moet proberen. We zeggen elkaar gedag en ik ga richting hostel. Ondertussen is het donker en ben ik aardig moe, dus ben er wel aan toe. In het hostel aangekomen bliept mijn telefoon weer aan de lopende band: GEFELICITEERD! 20 KM GEWANDELD.

Morgenochtend naar de Chinese muur. Hoewel ik in eerste instantie niet te lang in Beijing wilde blijven, omdat ik het al gezien had, verheug ik me er wel op.


Dag 20 – Beijing

Om 08:30 uur worden we door de tour guide opgehaald. Een energieke, pittige, kleine Chinese meid die het energieniveau binnen 0.2 seconden met 100 weet te verhogen. Zo leuk. Ik ontmoet Ido (Nederlander) Fabricio (Amerikaan) en Justus (Duitser) er zijn nog wat meer mensen in de bus; twee Canadezen en 3 Zweedsers, maar daar hang ik weinig mee om.

In de bus vertelt May het een en ander over Beijing. Ik was in de veronderstelling dat het inwoneraantal op dit moment 21 miljoen is (2004: 13 miljoen), maar zij weet me te vertellen dat het nu zelfs 23 miljoen is. 23.000.000. En dan worden de kinderen die niet geregistreerd staan niet meegerekend. Er geldt namelijk nog steeds een wet dat het vermenigvuldigen van de Han Chinezen tegen gaat. Tegenwoordig mogen zij er twee hebben. Maar goed; daar kun je je geen voorstelling van maken. Ze vertelt nog wat leuke feitjes, waarvan er eentje echt is blijven hangen. Voor de laatste keizer was een plaats in het Zuiden de hoofdstad van China, nu is dat Beijing. Nu blijkt dat Bei, Noord betekent en Jing,hoofdstad. De stad in het Zuiden eindigt ook met Jing. Uiteraard ben ik vergeten welke stad. Maar misschien zoek ik dat straks in het hostel nog even op (ben uit eten nu), maar misschien ook niet. Kans is aannemelijk dat ik dat ook weer vergeet. Hahaha, wat moet dat vervelend zijn om mij te volgen. Mocht ik het vergeten en je wilt het ook weten; Google het even en laat het me weten. 🙂

Over Google gesproken; dat hebben ze hier dus niet. Althans, alles is geblokkeerd. Google, Whatsapp, Instagram en Facebook. Omdat zij “leugens vertellen over de Volksrepubliek China”. Haha gekke Chinezen.
Dus ik heb WeChat gedownload (Chinese Whatsapp), zodat ik een beetje in contact kan blijven met de mensen die ik hier ontmoet. Waaronder nu dus Justus, Ido en Fabrizio.

We rijden in ongeveer anderhalf uur naar de Chinese Muur, nemen daar een kabelbaan omhoog en bij dat punt kun je kiezen of je rechts of links gaat. Je komt sowieso op een gedeelte dat in zijn geheel is gerenoveerd en als je rechts gaat blijf je erop. Als je naar links gaat (en even een kilometer of 5 een hele steile trap op gaat – maar dat vertelde ze er niet bij) dan kun je langs de afzetting en een stuk op de originele muur wandelen, waar het waarschijnlijk ook een stuk rustiger zal zijn.

Nou, dat is duidelijk; ik ga naar links. Eenmaal boven spurt ik in mijn eentje omhoog (enthousiasme van een onwetende) en verwonder me over het uitzicht, once again. Het is wel super mistig maar ik vind dat niet zo erg. Het is mystiek en strookt met het uitzicht op deze eeuwenoude muur.

Terwijl ik vlakbij de top sta uit te puffen, komen Fabrizio (die kennelijk net zo sportief is als ik), Justus en Ido aan. We gaan samen naar de top en maken een foto voor het bord dat we de top hebben bereikt.

Op de terugweg hebben we het vreemdste meegemaakt dat we ooit hebben gezien. Bij sommige torens kun je naar boven lopen en dat deden we dus bij 1. We komen boven en er staan in het midden 2 stoelen om een geheel gedekte tafel met brood, groente, fruit, Snickers, bier en Champagne (!!). Iedereen die boven is staat eromheen, kijkt ernaar en verbaasde blikken worden uitgewisseld. Wij verschansen ons in een hoekje en doen hetzelfde. Wat is dit? Waarom is dit? Er staan wat Chinezen bij en kinderen die te dichtbij de tafel staan worden weggestuurd, dus we kunnen niet zomaar die Moët (jazeker, Moët) meepikken. We vragen ons af of dit een soort sociaal experiment is ofzo. Kijken wie het eerst iets doet, maar dan komt er een lange blanke man boven met een Chinees. Geen idee wat er gebeurt, maar de blanke man pakt het bier en de Moët, propt het in zijn rugzak en vertrekt weer, terwijl de Chinese man brood en fruit pakt. We liggen helemaal dubbel. Wat gebeurt hier in hemelsnaam? Die blanke man is er met al het alcohol vandoor, zonder ook maar iets te zeggen en de arme man deed zijn best om wat gezonds mee te pakken. Ze laten, uiteraard, een hoop achter en Fabrizio heeft het lef wel om een banaan te pakken. Hij loopt naar de tafel, zegt tegen de dame die ernaast zit ” Imma take a banana, cool?” En pakt het. De vrouw kijkt hem aan met haar evil eye, maar doet verder niks. Geweldig. Fabrizio is onze held.

Na de afdaling zijn we gaan lunchen bij een restaurant in de buurt, dit zat bij de prijs inbegrepen en ik heb doorgegeven vegetariër te zijn. Waar ze absoluut rekening mee hebben gehouden. Beter nog; alles wat ze voor mij hadden was vegan, dus superjippie! We zaten rond een ronde tafel, uiteraard, met een ronde glasplaat die kon draaien, uiteraard. Hier worden alle gerechten op gezet en je kunt ze naar je toedraaien. Heerlijk gegeten en lekker overdadig, zoals je verwacht in China.

We gaan weer terug richting hostel en de jongens nodigen me uit om mee te gaan naar een of andere Kung-Fu voorstelling. Maar dat is echt het laatste waar ik zin in heb, dus we wisselen WeChat ID’s uit om ’s avonds wat te gaan drinken en onze wegen scheiden. Ik kom Josh tegen op de kamer, de andere twee jongens zijn weer door gaan reizen en klets even met hem. Hij is een boomdokter en heeft het afgelopen jaar in Nieuw Zeeland gewerkt en is in China voor een bruiloft om morgen weer richting de UK te gaan (zijn moederland). Hij heeft een flinke mat in zijn nek en ziet er meer hillbilly uit dan posh, maar hij is superaardig en we hebben wel lol samen, dus ook van hem krijg ik zijn ID op WeChat, zodat we vanavond even kunnen contacten waar we zijn.

Rond 18:00 ben ik gaan wandelen naar The Veggie Table, 2,5 km verderop. Hier een heerlijke pasta op en heb even mijn teksten bijgewerkt, omdat ik een beetje achterliep.

Terug de kamer kom ik wederom Josh tegen die ook wel zin heeft in een drankje, dus we zijn uiteindelijk met zijn vijven even wat gaan drinken bij een bar in de buurt, maar het nachtleven hier is maar dood, dus we maken het niet al te laat.


Dag 21 – Beijing

Zoals een echt Nederlandse Chinees betaamt, huur ik een fiets. Voor slechts 40 Yuan (ongeveer 5 euro) heb ik er eentje voor de hele dag. Bijkomend voordeel; iedereen is klein hier, dus ik kan makkelijk met mijn pootjes bij de trappers.

Ik fiets 11 km naar Het Zomerpaleis, waarvan ik me kan herinneren dat het heel mooi was. In 2004 ging ik in mei (geloof ik) met pa hierheen en stonden alle waterlelies in bloei. Prachtig. Ik wist dat ik dat nu niet hoefde te verwachten, maar wilde hier toch nog graag naartoe. Fietsen in Beijing voelt goed. Rood licht? Boeien, gewoon gaan. Als er iemand in de weg loopt/rijdt; gewoon even heel agressief bellen en ze gaan keurig voor je aan de kant. “OPZOUTEN!” Iedereen toetert continu, maar heb nog nul road-rage meegemaakt hier. Ze vinden het allemaal wel okay.

Het is heerlijk fietsen door de grote stad en met de navigatie aan, kom ik er wel. Het park is prachtig en ik loop een uurtje of 3 rond, waarna ik er wel weer klaar mee ben. En dan ook dat klere eind nog terug fietsen haha, maar ik overleef het allemaal wel. Al merk ik op de fiets dat ik last krijg van mijn knie. Toen ik vorig jaar bij pa en ma zat, heb ik iets te enthousiast hardgelopen, waardoor ik een lichte blessure had. Na het beklimmen van de muur en de ellenlange stukken die ik loop, gaat hij een beetje tegensputteren.

In het hostel aangekomen, blijkt het dat ik een nieuwe roomie heb. Josh is eerder die ochtend vertrokken en er is een Zweedse voor in de plaatsgenomen. Ik ben onderweg naar beneden om wederom naar de bar te gaan met Fabrizio, Justus en Ido, dus vraag haar of ze zin heeft om mee te gaan. Het klikt direct heel goed tussen ons, dus dat kan best nog eens gezellig worden. We doen 2 drankjes in de bar, maar dan gaan ze sluiten. Tja, wat verwacht je, het is maandagavond 23:00 uur en er is geen kip in de stad.

Dus we gaan terug naar het hostel, waar ze halve liters Tsingtao verkopen en nemen plaats in de gemeenschappelijke ruimte, waar iemand met het geniale idee komt om een drankspelletje te doen. Geniaal bedoel ik hier tamelijk sarcastisch, maar dat komt omdat het nu een dag later is en ik ruim heb moeten boeten voor dat spel hahaha. Maar goed; je hebt een dek met kaarten, waarvan je er een aantal gebruikt. Deze kaarten staan ergens voor. Ik weet niet alles meer zo goed (haha) maar two is for you, three is for me. Dus als je een 2 pakt moet je iemand aanwijzen die drinkt en bij een 3 dus zelf. 10 was merken noemen. Bijvoorbeeld; automerken. Je gaat dan de kring af en degene die er geen (meer) weet, moet drinken. Ook leuk: 9 = Nine bust a rhyme. Je moet een woord zeggen, waarop de volgende in de kring moet rijmen. Ook dan weer tot iemand het niet meer weet, die drinkt. Eight pick a mate, ook grappig. Als je deze kaart trekt moet je iemand uit de groep kiezen die, als een van jullie moet drinken, de ander ook moet. Toen we net wilden starten, kwamen er nog meer mensen bij, waardoor we uiteindelijk met een flinke groep aan het spel begonnen. Je kunt je voorstellen dat het erg gezellig en laat werd.


Dag 22 – Beijing

Ik kom wat mensen van gisteravond tegen bij het ontbijt en die zien er net zo florisant uit als ik. Prachtig donker gekleurde kringen en bloeddoorlopen ogen. Wie verzint nou zo’n klote spel, joh? 🙂 Alice, mijn kamergenoot is misselijk en ziet het leven op het moment niet echt meer zitten. Ik voel me eigenlijk nog wel okay. In ieder geval niet heel slecht en zie de dag optimistisch tegemoet. Moet ook wel, want ik heb een ticket voor de Verboden Stad, dus ik moet mezelf wel bij elkaar rapen.

Ik was vergeten hoe groot die Verboden Stad is, waardoor ik nogal wat uren kwijt ben met rondwandelen, maar het is erg fascinerend. Ze hebben zelfs een tofu maaltijd in het restaurant, dus mijn lunch knabbel ik hier.

De Verboden Stad in minder dan een minuut:

Zo halverwege begin ik aardig moe te worden. Mede te danken aan het topidee van Fabrizio, gisteravond. Dus hoewel ik eigenlijk weer naar dat vegetarische restaurant wilde, besluit ik om terug te keren naar het hostel. Mijn benen beginnen een beetje pijn te doen (ouwe bok) en ik wil niets liever dan slapen. Wat ik overigens niet doe, want dan lig ik vanavond weer wakker.

Iedereen is teruggekeerd naar het hostel en we hangen wat rond, doen wat kaartspelletjes en uiteindelijk lig ik er nog pas om 01.00 uur in, maar ik heb niet veel slaap nodig wanneer ik aan het reizen ben. Morgen ben ik van plan om even een plannetje te maken qua reizen, want op dit moment verandert mijn plan met de minuut. Of in ieder geval met iedere persoon die ik spreek. Iedereen doet me van alles aanraden en ik wil alles tegelijk.


Dag 23 – Beijing

Okay. Met de iPad onder mijn arm ga ik na het ontbijt bij de buren zitten met koffie. Wat hier overigens aardig duur is (20 yuan = € 2,60), maar ik heb het nodig. Ik ga zitten en zoek wat plekken op. Voor alsnog is het los-vaste idee het volgende;

Vanaf vrijdag 20 oktober ga ik eerst vrijwilligen bij die school t/m in ieder geval de 28e. Ik hoop dat ik daar dan kan blijven slapen t/m de 30e, want dan kan ik voor 80 USD vliegen naar Xi’an. Terracotta leger, weet je wel. Daarnaast moet Xi’an helemaal fantastisch zijn en een stuk goedkoper dan Beijing. Hier betaal ik in het hostel 15 euro per nacht, waar dat daar 5 euro is. Nogal een verschil dus. Een vlucht vanaf Beijing is 80 USD dus ook goed te overzien. Ik kijk nog wel even, want Lia, een Israëlische meid vraagt of ik mee ga naar het Art District. Dus, was weer een leuk idee Syl, maar de afleiding werkt.

Het 798 district (geen idee) ziet er op het eerste ook een beetje saai uit. Als je vanaf de metro aan komt lopen, denk je vooral dat je op een bedrijventerrein belandt. Wat verklaart waarom andere toeristen aan mij vragen waar het district is. Ja, zou daar moeten zijn, ik weet het ook niet. Dus we wandelen samen richting het district en zodra we een poort vinden, wandelen we een labyrint van kleine steegjes in met verschillende galerijen, streetart en beelden. Onwijs leuk. De omgeving doet een beetje industrieel aan, maar doordat de steegjes in het district zo kleurrijk en knus zijn, klopt het allemaal en ademt het enorm veel sfeer. We gaan eerst even noodles en tofu scoren en daarna lopen we wat rond.

We komen bij een galerij aan, waar een groot spandoek boven hangt van een panter die naar een lotus kijkt en gaan even binnenkijken. We zijn onder indruk van zijn dotted work en zijn andere geschilderde doeken en ik vraag aan de jongen die ons achtervolgt of het zijn werk is, maar nee. Hij laat ons een foto zien van een knappe Chinees. Ah okay. We lopen het rondje en dalen, na gedag te hebben gezegd, de trap af, waar een ander net de trap opkomt. Ik tik Lia aan “Is this the guy?”. We draaien ons om en hij kijkt ons met brede lach aan. “Yes, me!”. Hij pakt zijn telefoon uit zijn zak en wenkt ons dat we met hem op de foto moeten. We zijn zo blij als kinderen en gaan een aantal keer op de foto. Eerst met zijn telefoon en daarna met de onze. We zijn alle drie super enthousiast en staan bijna te springen op de plaats. Na 100 che-che’s (che che = bedankt), vervolgen we onze weg.

Na een meter of 100 komen we Matas tegen. Een Litouwer die ook met het drankspelletje mee deed. “Nee joh, joh ik kom net de rest uit het hostel ook tegen”. Hij heeft de zin nog niet uitgesproken of de rest van de gang komt ook de hoek om. Aan de andere kant van Beijing is de club weer compleet en we maken de afspraak om ‘s avonds naar de bar te gaan. “Tot later!”

Uiteindelijk werd deze avond zo ontzettend bizar, dat we het er de volgende dag nog steeds over hadden. Ik zal je uitleggen waarom.

In het hostel kwamen we weer een ander jongen tegen, Carl uit Canada, die met zijn jetlag ook wel zin had in een biertje en we gingen richting een bar die ons werd aangeraden door een local. Een reggae bar (de enige in Beijing), waar de sfeer goed moet zijn. We gaan er rond 22.00 uur heen en liepen door de mooie donkere houtongs (steeg, vernoemd naar het geluid dat een druppel water maakt). We liepen een beetje verspreid en ik hoorde Alice roepen”Guys, look at this”. Midden op straat (door ons compleet gemist) lag een gelatine achtste vorm, wat er op de kop nogal gek uitzag. Iemand trapte hem om en we kijken vol op een sexspeeltje voor mannen. Billen, vagina en anus. Dit is de vreemdste vondst die we ooit hebben gedaan en het feit dat hij zo volop op straat lag maakt het allemaal nog gekker. We liggen enorm in een deuk en we blijven verhalen verzinnen over hoe dat ding daar in godesnaam terecht zou zijn gekomen. Ik houd het erop dat zijn vrouw hem vond en het uit het raam heeft gegooid ofzo.

Eerst wilde ik hem niet plaatsen, maar goed, you know me. Ik ken geen schaamte. Dus, behold:

We gaan naar de bar, waar alle cocktails 25 yuan zijn. We hebben het hier over € 3, 21 per glas, dus wij gingen er vanuit dat er weinig alcohol in zou zitten, maar niets blijkt minder waar. De gin-tonics zijn precies goed en ook de andere vallen goed in de maak. We hebben er een paar en #genieten van elkaars gezelschap.

Na 3 drankjes krijgt een aantal mensen honger, dus we gaan op straat kijken. Omdat voor mij qua streetfood weinig is, denk ik er niet eens aan. Maar Tony, een Australiër, geeft me een hapje van zijn tofu. OH! Dat wil ik ook wel. Ik ga naar de vrouw en moet 20 yuan betalen. Ik heb alleen nog maar 100, dus geef die aan haar. Ze wokt de tofu met wat saus en terwijl ik het gade sla, begint de man erachter wat te brabbelen en gillen, waarna ze op haar tuk tuk springt (de keuken zit achterop) en probeert weg te komen. Ik heb nog geen wisselgeld van haar gehad dus ik ren erachteraan “GIVE ME MY MONEY” en ik zie dat in mijn kielzog de rest van de groep mij volgt. Ik hou een stang vast van haar kar, waardoor ze niet echt ver kan komen en ze gilt me allerlei verwensingen toe, die ik uiteraard niet versta. Ik gil enkel : “GIVE ME MY MONEY, GIVE ME MY MONEY”. Ze gebaart driftig terwijl ze op harde toon Chinese klanken uitstoot en ik hoor Alice achter me roepen “I’ve got the money girl!”. Bleek dat toen ik haar tegenhield, ze het geld op straat gooide. Ze vlucht de straat in en that’s that. Het moet er heel lollig uit hebben gezien allemaal. We denken dat ze geen licentie had om te verkopen en dat, toen er politie kwam, ze snel weg moest komen. We hebben hier ook weer hartelijk om gelachen.

Tot we een meisje op de hoek zien zitten. Ze zit gehurkt en we zijn ervan overtuigd dat ze zit te poepen. Weer een lachsalvo en we gaan helemaal los hoe gek die Chinezen wel niet zijn, wanneer we beseffen dat we aan de verkeerde kant van het water lopen. We lopen weer terug, maar die meid zit er nog steeds. Alice en ik gaan even bij haar kijken, want ze zit alleen en er staan een stuk of 6 jongens om haar heen (wel op afstand) die een beetje staan te lachen. Dichterbij gekomen zien we het braaksel voor haar liggen. “Ni hao ma?”. Hoe gaat het met je?. Ze reageert niet. Een van de jongens komt aangelopen. “My love, my love”. Hij lijkt enorm onder de invloed van iet, of meerdere dingen en aait vreemde bewegingen. Heel diep buigen, een split. Gewoon gek. We proberen de meid een beetje te kalmeren en ik wrijf over haar rug. “You are my friend’ zegt ze. De jongen komt dichterbij. Gilt keihard in haar gezicht dat ze (denk ik in ieder geval) op moet staan en slaat haar met vlakke hand in het gezicht. Niet hard als in met veel kracht, maar toch. Alice, Ben, Tony en ik zijn op dit moment nog de enige die er zijn en we komen alle 4 direct in actie. “HEY!!” Even normaal he, verrekte mongool. Ben haalt wat water voor haar wat ze probeert te drinken, dat er uiteraard vrijwel direct weer uit komt.
De jongen zegt steeds maar “Thank you, thank you” en maakt buigingen tot de neus op zijn knieën ligt. Voornamelijk richting Alice, want hij probeert haar duidelijk te versieren, terwijl ik zijn vriendin verzorg. Is het wel zijn vriendin? We hadden het er later over dat ze misschien wel iets in haar drankje heeft gehad en hij haar wellicht gaat verkrachten, maar we zijn het erover eens dat zijn pielemans met geen mogelijkheid zijn koppie zou laten zien, in de staat waarin hij verkeerde.

Op een gegeven moment gaat het iets beter met haar en hij probeert haar naar een taxi te krijgen. Maar terwijl hij dit doet, blijft hij van die bizarre buigingen maken, waardoor de arme meid nog twee keer op straat kukelt. “HEY”. Wij weer in koor. We zetten ze in een taxi en wensen ze geluk. De taxi rijdt weg en wij lopen richting het hostel. Maar we zijn nog geen 200 meter verder of er stopt een auto voor ons. Dezelfde taxi. De taxichauffeur stapt uit en zegt iets tegen ons. We denken iets in de trant van ‘Yo, neem zelf lekker deze twee klaplopers mee’. Maar goed We no speak Chinese, dus hij heeft geen keuze. Superzielig en we hopen maar dat alles goed met haar gaat.

De straten zijn rustig als we uiteindelijk weer in de houtong lopen richting het hostel. Het is ondertussen een uurtje of 01.00 gok ik, misschien wel later en we evalueren nog even de avond. Hoe bizar het was en of we de meid mee moesten nemen naar het hostel, maar we komen tot de conclusie dat dit het beste is wat we konden doen. Veel gaat verloren in de vertaling en daar gaat het allemaal mis. We slenteren verder en zijn allemaal doodmoe als we het zien; de siliconen billen zijn weg.


Dag 24 – Beijing

Ik doe eigenlijk niet zoveel vandaag, omdat ik mijn verhaaltjes bij moet werken en wanneer ik ze wil uploaden, blijkt dat China me censureert.

STOM.

Vandaag doe ik rustig aan, want morgen moet ik om 11 uur bij een metro station aan de andere kant van de stad zijn om bij MAMA (Modern Academy of Music & Arts) te vrijwilligen. Ik zit met mijn iPad in de zon op een dakterras en blijf hier eigenlijk de hele dag een beetje hangen, want ze hebben lekker eten en het zonnetje schijnt volop.

‘S avonds komen we weer wat mensen tegen met wie ik een biertje drink op het dakterras van het hostel, maar duik er vroeg in. Geen gekke dingen vandaag.

Oh ja, jullie vragen je natuurlijk af wat dan die leugen is (lees inleidend tekstje op de homepage), en heel eerlijk gezegd dacht ik dat ik dat ergens in een verhaaltje had verwerkt, maar zo te zien niet. Ik had pa al even gebeld om het wellicht met de familie eerst te communiceren, maar niets gezien, dus hij zal het niet zo boeiend vinden haha. Ik vind het sowieso weer een briljant verhaal, wat wel in de lijn van mijn leven ligt. Komt ie:

Een aantal familieleden heeft dezelfde tattoo in de vorm van een Chinees teken dat de achternaam van onze (o)pa was en voor veel van ons nog is. Voor mij, bijvoorbeeld. “Ong” voor degene die het niet weten. Zie hier:

Trots als ik ben, laat ik die natuurlijk zien aan iedereen met wie ik mijn achtergrond deel. Nou zat ik een tijdje terug in de cabine met een Chinese jongen (weet je nog?). Toen liet ik hem ook zien en hij zei “Oh, Wong”. Uhm nee. “Ong”. Ik dacht, die is gek. Dus verder niet over nagedacht. Maar toen een tweede persoon toch ook echt zei dat er ‘Wong’ stond, ging ik twijfelen. Nu liet ik hem zo’n beetje aan iedereen zien die ik tegenkwam op straat en wat blijkt. Ik heet dus helemaal geen Ong. HAHAHAHAHA. Sylvia Wong. Dat ben ik.

In eerste instantie dacht ik dat opa bij aankomst in Nederland misschien wel gezegd heeft dat hij Wong heet, maar dat dit door de Nederlanders verkeerd werd begrepen. En dat, omdat hij natuurlijk geen Nederlands kon lezen, hij dacht dat het goed was, maar ik denk dat het toch anders zit. Op dit moment ben ik op dag 25 van mijn reizen en zat ik vandaag met wat Chinese vrouwen te praten, die aangaven dat de naam in de tijd van Mao een machtige naam was. Erg belangrijke mensen met vaak veel grond. Wat Mao uiteraard tegenstond en de meeste mensen met de achternaam Wong zijn daarom toen gevlucht uit China. Dus wie weet. Helaas is opa al geruime tijd geleden overleden, dus zullen we de waarheid niet meer te weten komen. Toch vind ik het wel weer een mooi verhaal om te vertellen.

Dus toen we in de Reggea bar onze naam (in mijn geval nickname) mochten kalken op de muren, heb ik het maar een beetje in het midden gelaten hahaha:

 

(W)Ongoloid uit.