Vietnam – Phu Quoc
Samen met Milou ga ik naar de luchthaven van Hanoi. Zij gaat richting Hongkong om vanaf daar een stuk verder te reizen met haar zus en door te gaan naar Nieuw-Zeeland en Australië. We nemen afscheid en ik vraag me af of ik weer zo’n leuke meid zal tegenkomen. Het blijkt toch altijd maar afwachten.
Ik stap als een van de laatste het vliegtuig in en ga naast een meid zitten. We maken allebei een opmerking over de kleine ruimte voor onze benen (kun je nagaan, want ik ben maar 2 turven hoog) en we raken aan de praat. Ze praat over haar reizen en waar ze allemaal al is geweest. We zitten een dikke 10 minuten te praten wanneer ik vraag: “Where are you from, the UK?”. Zij : “The Netherlands, and you? USA?”. Ze praat met zo’n Brits accent dat ik zou zweren dat ze daar vandaan komt, maar nee, we kunnen gewoon Nederlands praten.
Ze zit in een ander hostel dan ik, maar natuurlijk spreken we voor de zelfde avond af. Ik ga nog even rustig zitten bij het vliegveld. Doe een ijskoffie en kijk even om me heen. Paradijselijk is wel het juiste woord voor deze plaats. Ik neem een taxi naar het hostel en nog voordat ik me incheck hoor ik “Hey Sylvia!”. Ik draai me om en zie 2 meiden (Brittany & Jamie uit Canada) die ik op Cat Ba heb ontmoet. Ze hebben een scooter gehuurd en vragen of ik meega. Dus, hop, tas weer neer, helmpje op en gaan. Ik heb me nog niet eens een beetje in kunnen lezen over het eiland en weet eigenlijk nog niet wat er te doen is, maar zij gaan naar het strand en het strand moet prachtig zijn.
Dat viel zwaar tegen. Het strand was vooral heel vies. Veel afval en niks palmbomen, dus ik ben een beetje gedesillusioneerd, maar we hebben een heel gezellige middag. We hebben diepgaande en open gesprekken over de liefde, familie en verlies en we voelen ons direct heel veilig bij elkaar.
De aankomende twee dagen trekken we met elkaar op en Jasmijn (meisje uit het vliegtuig) komt ook met ons een drankje doen. Rory’s beachbar zit op 2 minuten loopafstand van het hostel waar vandaan je prachtige zonsondergangen kunt zien. Daarnaast heeft de tent een heel relaxte vibe, met lekker achtergrondmuziekje, hangmatten en een kampvuur elke avond.
Met Jamie ga ik, nadat Brittany is vertrokken, naar Ong Long Beach en liggen de hele dag op onze luie reet in de zon. Nah ja, niet in de zon, want dan verbrand ik levend, maar je snap het idee. Het is een prachtig strand met palmbomen en vreselijk helder water. Hier maak ik dan ook wat foto’s, die ik later als kerstkaart verstuur naar wat vrienden en familieleden.
Jamie vetrekt de volgende dag, maar het duurt niet lang voor ik weer nieuwe vrienden heb gevonden. Zo werkt een hostel he; lekker kletsen en vrienden maken. Wanneer we ‘s avonds met een klein groepje richting de beachbar vertrekken, komt de Nederlandse Nathalie net aan. Ik sommeer haar om met ons mee te gaan “Maar ik moet me nog inchecken enzo”… Niets mee te maken, hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Ze gaat ook mee en we hebben een leuke avond bij Rory’s Beachbar, dat nog geen 5 minuten wandelen is vanaf het hostel.
In het hostel organiseren ze van alles; boat tours, all you drink, pub crawls en ladies night. De volgende avond is er een pub crawl. Dit is een evenement waarbij je met de groep langs een aantal bars gaat en gratis shotjes krijgt, alsmede een kek shirtje. Kelly (UK), Nathalie en ik zijn ook van de partij.
We drinken uiteraard weer veel te veel. Ik heb voor het eerst in mijn leven een Long Island Ice Tea gedronken (meer drank dan verdunning) en lachgas wordt hier gewoon ‘over de counter’ verkocht, dus we lachen ons helemaal suf. We hebben een geweldige avond, waarbij Kelly en ik ergens nog de groep kwijtraken, maar na een zoektocht van 20 minuten toch weer vonden. Geweldig.
We worden enigszins katerig wakker, maar omdat het niet zulk stralend weer is als de dagen ervoor, willen Nathalie en ik wel wat ondernemen. Ik huur een scooter voor een week en we gaan richting Coconut Prison. Klinkt gezellig, maar is het niet. Dit is de gevangenis waar ze rebellen opsloten (en gruwelijk martelden) ten tijde van de 1e Indochinese Oorlog (Franse oorlog genaamd in Vietnam) en de Vietnam Oorlog (Amerikaanse oorlog genaamd). Zo werden gevangen in kleine kooien opgesloten, die gemaakt waren van prikkeldraad, zodat zij zich niet konden bewegen. Ze werden geëlektrocuteerd via genitaliën en hoofd, spijkers werden door hielen en hersenen geslagen en de gevangen zouden zichzelf ontdoen van hun darmen als protest. Dat laatste moet je even op je in laten werken. Zij sneden dus hun eigen darmen eruit…. uit protest.
De gevangenis heeft ontzettend veel indruk op me gemaakt. Ik kan me niet voorstellen dat mensen tot deze wrede dingen in staat zijn, maar zo zie je maar dat in liefde en oorlog alles geoorloofd is, of lijkt.
Nathalie en ik delen een aantal dagen de scooter en trekken veel met elkaar op. We wisselen facebook en nummers uit, want als ik in Nederland ben, gaan we echt wel even afspreken natuurlijk! Wanneer Nathalie weer is vertrokken naar Nederland, spendeer ik veel tijd met Kelly en Mia (AUS, maar geboren in Zuid Afrika). Omdat het weer prachtig is (lees: 30 graden en volop zon) zien we vooral heel veel strand en gaan ‘s avonds lekker wat eten en drinken. Veel meer valt ook niet te vertellen over deze dagen, want over luieren kun je weinig zeggen. Foto’s zien? Ja, he?
Mia vertrekt op 25 december in de ochtend naar Ho Chi Min en weet daarmee de laatste vlucht te pakken naar het vaste land. De tyfoon Tembin, die een verwoesting en dodental van meer dan 200 mensen achterliet op de Filipijnen, zet koers naar het Zuiden van Vietnam. De ferry is een poos geleden al gestopt en nu worden ook vliegtuigen aan de grond gehouden. Best nog spannend. Hoewel het eiland eigenlijk verstopt ligt achter de staart van Vietnam, gillen sommige mensen dat hij koers zet naar precies ons eiland.
Uiteindelijk is het een storm in een glas water maar Kelly, die deze avond zou vliegen, moet toch blijven. Haar vlucht is 24 uur vertraagd, wat ze uiteindelijk niet heel erg vindt. Het hele hostel stroomt vol met mensen die gestrand zijn op het eiland en iedereen blijft binnen. Hoewel het allemaal niet overdreven gevaarlijk is, is het wel klote weer: harde wind en regen, dus iedereen kijkt zijn serie op Netflix. Leuke kerst haha. Ik ga verder ook weinig doen.
Op Tweede Kerstdag lijkt de lucht al iets meer geklaard en ook Kelly kan weer op weg. We hebben elkaar goed leren kennen en ik vind het af en toe echt moeilijk om afscheid te nemen van mensen (waaronder ook Nathalie en Mia), maar mijn reis zet zich voort en ook dit hoort erbij. In de avond gaan we naar de stad toe, maar door een drankspelletje voel ik me nogal snel nogal dronken en zwaai nogal snel gedag naar iedereen, neem de taxi en ga naar mijn bedje.
Wanneer ik de volgende dag op mijn telefoon kijk, zie ik dat mijn vader heeft gebeld en een berichtje heeft gestuurd met het verzoek om terug te bellen. Hij heeft me om 14:00 uur plaatselijke tijd gebeld. Dat is 07:00 uur Nederlandse tijd, dus dat kan nooit goed zijn. Ik bel hem terug rond 18:00 en door de klote verbinding is het laatste dat ik hoor “Er is iets gebeurd…” … weg verbinding… Dat is best een manier om een klein beetje te stressen, dus na wat pogingen hebben we elkaar gelukkig weer te pakken. Opa blijkt overleden te zijn op 2e kerstavond. Nu was mijn opa 93 jaar oud en vond het zelf ook wel tijd om te gaan. Omdat het uiteindelijk heel vredig en zonder pijn is gebeurd, ben ik erg bij. Maar als je aan de andere kant van de wereld zit, zonder familie, dan is het toch een beetje moeilijk rouwen.
Gelukkig zijn daar Alex & Chris, twee geniale mensen die in het hostel werken. Ze knuffelen me, houden me vast en luisteren naar me. Ik voel me snel weer een stuk beter. Ik wilde er gewoon even over praten. Morgen vertrek ik weer richting Hanoi, dus ik ga verder niks meer doen. Ik moet heel even mijn emoties verwerken en even stilstaan bij het leven van mijn opa dat meer moeilijk dan makkelijk is geweest. Mijn opa, die samen met oma, twee dochters verloor. Mijn opa die ondanks het verlies van zijn ene oog, gewoon nog deed autorijden. Mijn opa die van iedereen misschien wel het blijst voor mij was toen ik zei dat ik ging reizen. Bij hem zat het reizen ook in het bloed. Mijn opa, die absoluut meewilde naar Schiphol om mij uit te zwaaien. Mijn opa, waarmee ik elke keer dezelfde woorden wisselde als papa en mama mij op kwamen halen na een weekendje logeren.
Opa: “Wanneer kom je weer logeren?”
Sylvia: “Mogguh!”
In loving memory
2 december 1924 – 26 december 2017